Naast zingen blijken de boys uit Liverpool ook te kunnen acteren…
Doorgaans probeer ik wekelijks zo’n twee of drie DVD’s uit m’n eigen verzameling te kijken.
Gisteren viel de keus op A Hard Days Night van de Beatles (Releasedatum: 06-08-64).
De zomer van ’64 was zo’n beetje het hoogtepunt van de Beatlemania en dus het ideale moment voor hun speelfilm debuut.
A hard days night is een vooruitstrevende muziekfilm voor die tijd, deels documentaire en deels mockumentaire.
Tegenwoordig gezien als een cult klassieker, en voor elke Beatle fan een must have.
Tot aan de release van A hard days night worden alle muziekfilms door de filmcritici stelselmatig de grond ingeboord, maar deze productie kan zowaar hun goedkeuring wegdragen.
Sterker nog ze zijn zelfs lyrisch over het inventieve scenario, het vooruitstrevende camerawerk, het ongeclompiceerde acteerwerk van de fab four wat heel naturel overkomt en de energie die letterlijk van het scherm af spat.
Al tijdens de openingscredits worden we een achtervolging door een horde gillende fans ingezogen en is de toon voor de film gezet.
Het filmscript is gebaseerd op zaken die de Beatles op dat moment ook in het echie meemaken. Niets meer en niets minder.
Maar het blijkt zowaar een schot in de roos.
Two days in the life of…
Want het zogenaamde inventieve scenario van Alun Owen is eigenlijk niets meer dan het verslag van twee dagen in het hectische avontuurlijke leven van de Beatles a.k.a. Beatlemania.
Gillende fans in de achtervolgingsmodus, een chaotische persconferentie, fanmail, een TV optreden dat bijna in het water valt etc. etc.
Maar is het eigenlijk allemaal wel zo avontuurlijk?
Volgens Paul’s fictieve Opa, een villein vals mannetje, (gespeeld door de toenmalige mateloos populaire acteur Wilfrid Brambell, uit de sitcom Steptoe and son) valt dat allemaal verrekte tegen.
“So far I’ve been in a train, a room, a car, a room, a room and a room“.
Hij is dan ook degene die de hele boel regelmatig op stelten zet.
Zo wind hij het vrouwelijk schoon om zijn vinger, speelt hij als een ware intrigant meerdere personen tegen elkaar uit en heeft hij een illegaal handeltje in gesigneerde foto’s.
De titel van de film is gebaseerd op een uitspraak van Ringo Starr, die de gewoonte had om te spelen met taal en in dat proces allerlei zelf verzonnen one liners produceerde, zoals bijvoorbeeld Eight days a week.
Na een dag van noeste arbeid had hij geroepen “it’s been a hard days (zag toen dat het al donker was geworden en plakte) night (er achteraan)”.
De speelfilm brengt aan de kassa het nodige geld in het laatje, alleen in de States al zo’n slordige 6 miljoen dollar. De Beatles houden er echter zelf geen reet aan over.
Manager Brian Epstein is benaderd door filmgigant United Artists inzake een contract voor meerdere films met de Beatles.
Waarbij het hun bedoeling is om de bijbehorende soundtracks goed in de markt te zetten.
De films zijn eigenlijk meer bijzaak, een kapstok om de soundtrack aan op te hangen.
Het maakt dus voor hen niet uit of de film flopt of topt.
Toppen zou eigenlijk alleen maar een mooie bonus zijn.
Derhalve zijn de krentenmikkers van UA dan ook niet van plan om meer dan 500.000 dollar te besteden aan de productie.
Dit betekent dat er voor de boys een schamel bedragje resteert om hun acting-skills te belonen.
Om dit leed ietwat te verzachten zou er nog onderhandeld kunnen worden over een percentage van de winst. Maar daarin wil UA ook niet verder gaan dan een magere 25%.
Brian Epstein heeft geen flauw benul van de gages in de filmwereld en denkt met zijn eis van 7,5% van de winst (en niets minder!) een megadeal gesloten te hebben.
De jongens van UA kunnen hun geluk niet op en lachen de ballen uit hun broek.
Waarschijnlijk hebben ze hun later zelfs moeten beademen toen ook in de States Beatlemania toesloeg en de kaartverkoop voor de film sky high ging.
Kortom hier worden ettelijke miljoenen door de Liverpoolse neuzen geboord en op de koop toe zitten ze ook nog aan een waardeloos wurgcontract vast voor nog twee films.
De in Engeland wonende Amerikaans regisseur Richard Lester krijgt van UA de schier onmogelijke opdracht om in een krappe 7 weken tijd de hele film te schieten.
Saillant detail daarbij is dat de kosten binnen het gestelde budget van 500.000 dollar moeten blijven.
Dus wordt de productie in zwartwit geschoten, want kleur is veel te duur.
De Beatles kunnen het gelukkig in ieder geval aardig vinden met Richard Lester.
De regisseur van hun favo TV serie The Goon Show (een soort voorloper van Monty Python) waar zij groot fan van zijn.